Myocardscintigrafie

Bepaalde geneesmiddelen die nodig zijn om een borstgezwel te behandelen, kunnen bij sommige patiënten een tijdelijke vermindering van de hartfunctie veroorzaken. Als dat gebeurt, kan het nodig zijn om de behandeling even uit te stellen of de dosis van het medicament te verminderen.

Om de hartfunctie in dat geval goed op volgen, wordt op geregelde tijdstippen een myocardscintigrafie verricht. Hierbij wordt de pompwerking van het hart (de ‘ejectiefractie’) beoordeeld.

Een kwartier tot een half uur na het inspuiten van een tracer in een ader wordt een zogenaamd ‘spect’-onderzoek uitgevoerd. De camera draait zo’n 12 minuten traag rond uw lichaam, terwijl via enkele electrodes op de borstkas een electrocardiogram wordt gemaakt.