Verhaal van een COPD-patiënt - Genieten van kleine dingen

Ik ben een vrouw van 61 jaar en in 2012 hebben ze bij mij COPD fase 3 vastgesteld. 

Sinds juni 2012 ga ik 3 maal in de week revalideren in Ziekenhuis Geel. Nu nog 2 maal sinds 1 juni 2018. 

Bewegen is van groot belang voor ons. En zeker voor de spieren, zodat die genoeg zuurstof krijgen. 

De oorzaak van deze ziekte is voor het grootste deel van het roken. Maar daar is verandering in gekomen. Er zijn nu 4 oorzaken: 

  • roken
  • de vervuiling van de lucht
  • erfelijkheid
  • producten waar je mee werkt (Ik was meer dan 30 jaar schoonmaakster.)

Ik heb ze alle 4. En roken doe ik al bijna 11 jaar niet meer. 

De revalidatie is voor ons heel belangrijk, we hebben sociaal contact, anders hebben we de neiging om binnen te blijven, zeker wanneer het slecht weer is. 

De kinesisten begeleiden ons en geven ons goede raad. Die zijn er ook voor ons, ook al hebben we het soms moeilijk. 

Met 6 verschillende oefeningen op de revalidatie houd ik mijn conditie op peil:

  • Eerst op de fiets,
  • dan q-bank voor de been -en bilspieren,
  • de horizontale bar voor kracht in de armen,
  • de loopband,
  • de armergometer,
  • en het bankje omhoog en omlaag stappen. Deze laatste is erg voor vermoeiend voor ons omdat we ons eigen gewicht moeten omhoog duwen.

Wij hebben (hadden) een hele hechte band tussen de groep van onze COPD-ers.

Spijtig genoeg zijn er al 8 van de groep waar ik mee begonnen ben overleden. Die vriendschap daar is onbeschrijfelijk, de kinesisten hadden zoiets nog nooit meegemaakt. Iedereen zorgde en hielp mekaar ongelooflijk!! We waren meer dan familie voor elkaar. 

Ondertussen zijn er nieuwe patiënten bijgekomen en het is opnieuw een gezellige groep. Hoewel we soms erg kortademig zijn. We zijn er voor elkaar! Belangrijk is ook van positief te blijven wat niet altijd gemakkelijk is. 

Andere patiënten die revalideren, voor hun hart, heup of knie, die kijken soms naar ons. Ze denken dan 'voor wat komen die hier? Die mankeren toch niks?'. daar zie je niks aan maar het is wel de binnenkant dat slecht is en dat van buiten niet te zien is. 

Ook wordt ik nagekeken als ik op de invalideparking uit mijn wagen stap. Het is precies of ik hoor ze hardop denken 'die zal de kaart van één van haar ouders wel gebruiken'. 

In het begin was ik soms wat beschaamd maar niemand ziet wat wij mankeren en iemand die slecht te been is, daar kan men dat van aannemen. 

Leren mee leven, en in de mate van het mogelijke genieten van de kleine dingen.Dat zijn mijn dagelijkse bezigheden. En op goede dagen wat werkjes verrichten op een rustig tempo.