Schildwachtklierscintigrafie

Een schildwachtklierscintigrafie wordt toegepast om de eerste lymfeklier die in contact staat met een borstgezwel op te sporen. Meestal bevindt die klier zich in de oksel.

De ochtend van de operatie wordt een kleine hoeveelheid tracer ingespoten, vlak onder de huid boven het borstgezwel. Anderhalf uur later worden de beelden gemaakt. Gedurende telkens twee minuten wordt vooraan en van opzij een opname van de oksel gemaakt.

Daarna volgt een ‘spect’-onderzoek: een detailopname van de oksel om de schildwachtklier zo nauwkeurig mogelijk te localiseren. Tijdens de operatie wordt de klier verwijderd en onderzocht op eventuele uitzaaiingen.