Pleurapunctie

Bij een pleurapunctie wordt met een naaldje tussen de ribben geprikt, doorheen het longvlies naar de pleuraholte. Dat is de ruimte die zich bevindt tussen de ribben en de longen.

Wanneer wordt een pleurapunctie uitgevoerd?

Als er vocht tussen de longvliezen zit, kan dit de long in verdrukking brengen en kortademigheid veroorzaken. Met een pleurapunctie kan dit vocht weggezogen worden, zodat de klachten verminderen. Het vocht kan ook in het labo worden onderzocht om na te gaan wat de aard en de oorzaak van het probleem is.

Welke voorbereiding is nodig?

Meestal is het niet nodig om nuchter te zijn. Met bepaalde bloedverdunnende medicamenten, zoals Marcoumar, Marevan, Xarelto, Pradaxa of Eliquis, moet u vooraf tijdig stoppen.

Aspirines, Plavix of Clopdiogrel kan u doorgaans wel blijven gebruiken. Dat bespreekt u best vooraf met de arts.

Hoe verloopt het onderzoek?

Het onderzoek gebeurt in het dagziekenhuis of tijdens een hospitalisatie. Het onderzoek vindt doorgaans gewoon op de kamer plaats. Als er echogeleid moet worden geprikt, gebeurt het onderzoek op de dienst radiologie.

Eerst wordt de huid ontsmet. Dan krijgt u een prik die de plaats waar wordt geprikt verdooft.

Na de verdoving wordt een naald of een kleine catheter ingebracht door het longvlies. Het vocht wordt opgevangen en gaat naar het labo voor onderzoek.

Aan de catheter kan ook een afvoersysteem worden bevestigd. Zo kan een teveel aan vocht afgevoerd worden. Van zodra de afvoer van vocht stopt, wordt de catheter verwijderd.

Het onderzoek is meestal pijnloos, maar kan soms  wel een hoestprikkel veroorzaken. Na het onderzoek kan u alle activiteiten hervatten.

Zijn er mogelijke complicaties?

Een pleurapunctie is een veilig onderzoek. In uitzonderlijke gevallen kan een klaplong of een bloeding ontstaan. In dat geval is bijkomende zorg en vaak ook een hospitalisatie nodig.