Het oor

Het oor is een complex zintuigorgaan dat geluid opvangt, versterkt en doorzendt naar de hersenen. Het oor speelt ook een belangrijke rol in het behoud van ons evenwicht.

Het oor bestaat uit het buitenoor, het middenoor en het binnenoor. Het buitenoor omvat de oorschelp en de uitwendige gehoorgang.

Het middenoor bestaat uit het trommelvlies en de trommelholte, waarin zich de gehoorbeentjes, de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel bevinden. Het middenoor staat in verbinding met de neus-keelholte via de buis van Eustachius.

Het binnenoor of labyrinth omvat het gehoororgaan (het slakkenhuis of de cochlea) en het evenwichtsorgaan (de drie halfcirkelvormige kanalen, de sacculus en de utriculus).

Aandoeningen van het buitenoor en de uitwendige gehoorgang

  • Afstaande oorschelpen, ook wel flaporen genoemd. De behandeling bestaat uit een heelkundige correctie (otoplastie). De ingreep kan bij kinderen worden uitgevoerd vanaf zes jaar.
  • Othematoma: een bloeduitstorting in de oorschelp, meestal na een trauma.
  • Otitis externa of gehoorgangontsteking: veroorzaakt door bacteriën, virussen en schimmels. De symptomen zijn oorpijn, loopoor en gehoorverlies.
  • Gehoorgangvernauwing: aangeboren, of als gevolg van infecties of frequent contact met water.

Aandoeningen van het middenoor

  • Otitis media of middenoorontsteking: ontsteking van de middenoorholte door virussen of bacteriën. De ontsteking veroorzaakt pijn, otorree en gehoorverlies en kan chronisch worden. De behandeling is hoofdzakelijk medicamenteus. Bij steeds terugkerende middenoorontstekingen kan het plaatsen van trommelvliesbuisjes nodig zijn.
  • Trommelvliesperforatie: meestal het gevolg van frequente oorinfecties of een trauma. Een trommelvliesperforatie kan blijvend of tijdelijk zijn. Heelkundig herstel is mogelijk (tympanoplastie).
  • Gehoorbeentjesketenonderbreking: komt voor na herhaalde middenoorinfecties of na een trauma. De keten kan meestal heelkundig hersteld worden (ossiculoplastie).
  • Otosclerose: een aandoening van de stijgbeugel en/of het binnenoor, waarbij een geleidings-, perceptief, of gemengd type gehoorverlies ontstaat. Bij een belangrijk geleidingsverlies door otosclerose van de stijgbeugel kan een heelkundige behandeling een oplossing bieden (stapedectomie). In de andere gevallen kan de patiënt geholpen worden door het dragen van een hoortoestel.
  • Cholesteatoom: chronische middenoorinfectie die het trommelvlies en de gehoorbeentjes aantast en kan uitbreiden naar het binnenoor, het evenwichtsorgaan, de aangezichtszenuw en de hersenen. De behandeling is chirurgisch (tympanoplastie met evidement).

Aandoeningen van het binnenoor

Deze aandoeningen veroorzaken gehoorverlies, oorsuizen en evenwichtsstoornissen. De meest frequente aandoeningen zijn plotse doofheid, labyrinthitis, de ziekte van Menière, ouderdomsgehoorverlies en gehoorverlies door lawaaitrauma.

De diagnosestelling van deze ooraandoeningen gebeurt door klinisch onderzoek, micro- otoscopie en aanvullende functionele tests. Daarbij gaat het om audiometrie, spraakaudiometrie, tympanometrie, vestibulair onderzoek met videonystagmografie en onderzoek naar auditief geëvoceerde potentialen. Soms wordt dit onderzoek aangevuld met een CT-scan of NMR-onderzoek van de rotsbeenderen.

Gehoorverlies van het binnenoortype kan meestal slechts verholpen worden door een klassiek hoortoestel, een botverankerd hoorapparaat of, bij zware gehoorverliezen, het plaatsen van een cochleair implantaat.

Elk van deze behandelingen heeft zijn specifieke indicaties. Uw NKO-arts zal u na klinisch onderzoek en het uitvoeren van de noodzakelijke tests de beste behandeling adviseren.