Toxoplasmose

Toxoplasmose is een van de infectieziekten waarop tijdens de zwangerschap wordt getest. De infectie is alleen gevaarlijk als je er niet immuun voor bent, omdat de parasiet dan afwijkingen bij de foetus kan veroorzaken.

Wat is toxoplasmose?

Een toxoplasmose gondii-infectie, ook wel de kattenziekte genoemd, is een parasitaire infectie die je kan oplopen door het eten van rauwe dierlijke producten en ongewassen groenten en fruit of via kattenuitwerpselen.

De kat is de gastheer van de parasieten. Toxoplasmose wordt dan ook verspreid via kattenuitwerpselen. Een besmette kat produceert miljoenen toxoplasmose-cysten die via de ontlasting in de grond terechtkomen. Die cysten kunnen daar lange tijd overleven en zo op groenten en fruit terecht komen.

Niet alleen katten, maar ook varkens en schapen kunnen besmet worden, en ons via het eten van hun vlees besmetten. Omdat de cysten niet tegen hoge of lage temperaturen kunnen, is het tijdens de zwangerschap verstandig vlees goed te doorbakken of enkele dagen in te vriezen.

Besmetting voorkomen

Met een aantal maatregelen kan je een toxoplasmoseinfectie tijdens de zwangerschap voorkomen:

  • Was je handen grondig voor je voedsel bereidt
  • Was rauwe groenten en fruit zorgvuldig
  • Schil zo mogelijk jouw fruit
  • Kook of bak je vlees goed gaar of eet vlees dat gedurende enkele dagen is diepgevroren. Vooral schapenvlees, lamsvlees en varkensvlees moet je goed doorbakken.
  • Ook eieren en vis moeten voldoende gegaard worden.
  • Gebruik geen producten van rauwe melk. Producten van gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk zijn wel veilig.
  • Als je een kat hebt, laat je iemand anders de kattenbak verversen. Gebruik zeker handschoenen als je het toch zelf moet doen.
  • Werk alleen in de tuin met handschoenen aan.

Risico’s tijdens de zwangerschap

Voor de meeste mensen is toxoplasmose onschuldig. Sommige mensen vertonen helemaal geen klachten na infectie. Anderen hebben vage klachten als moeheid, lusteloosheid, opgezwollen klieren, lichte koorts of huiduitslag.

Als je al toxoplasmose hebt gehad, ben je er daarna immuun voor en kan een besmetting geen kwaad. Maar als je tijdens de zwangerschap voor de eerste keer besmet raakt, kan dat grote gevolgen hebben. De parasiet kan immers overgedragen worden op de foetus en kan ernstige afwijkingen veroorzaken.

Daarom wordt aan het begin van de zwangerschap een bloedname verricht, om te zien of je al eens in contact bent geweest met toxoplasmose. Als dat niet het geval is, moet je strikte voorzorgsmaatregelen nemen.

Gevolgen van besmetting

Als je toch een infectie oploopt tijdens de zwangerschap, is vooral het moment van besmetting belangrijk. In de eerste twaalf weken is de kans dat de parasiet bij de foetus terechtkomt het kleinst. Maar als het in die periode toch gebeurt, is de kans dat er afwijkingen ontstaan het grootst.

Het omgekeerde geldt ook. Als je op het einde van de zwangerschap wordt besmet, is de kans dat de parasiet bij de foetus terechtkomt heel groot, maar is de kans op afwijkingen heel klein.

Algemeen geldt dat een besmetting met toxoplasmose tijdens de zwangerschap in 9 op 10 gevallen geen gevolgen voor het kindje heeft. Symptomen die wel kunnen optreden, zijn vroeggeboorte, groeiachterstand, een vergrote lever, hersenafwijkingen, een waterhoofdje, oogafwijkingen en bloedarmoede.

Zodra uit de bloedtest blijkt dat er een infectie is geweest, wordt onmiddellijk antibiotica gegeven en worden gespecialiseerde echo´s uitgevoerd. Afhankelijk van de zwangerschapsduur kan een vruchtwaterpunctie worden uitgevoerd na 20 tot 22 weken, om te zien of de parasiet daarwerkelijk bij de foetus terecht is gekomen.
 

Meer info over toxoplasmose:

http://www.kindengezin.be/zwangerschap-en-geboorte/zwanger/levenswijze/besmettingen/#Toxoplasmose

https://www.uzleuven.be/nl/toxoplasmose