Wanneer mag u naar huis?

Een vaste verblijfsduur of ontslagdatum is er niet. Wanneer u het ziekenhuis kunt verlaten, hangt af van een aantal criteria. Na een gewone bevalling blijft de moeder doorgaans twee tot drie dagen in het ziekenhuis. Na een keizersnede moet u rekenen op vier tot vijf dagen.

Ontslagcriteria voor de moeder

Moeder en kind kunnen naar huis als:

  • de moeder voor zichzelf kan zorgen
  • de moeder een normale bloeddruk en temperatuur heeft
  • het bloedverlies normaal is
  • de baarmoeder hard is
  • de moeder goed kan plassen
  • de heling van de knip of scheur normaal is
  • de moeder een inspuiting heeft gekregen voor haar bloedgroep (enkel bij Rhesus-negatieve mama’s)
  • de moeder weet wanneer de temperatuur van de pasgeborene niet goed is
  • de moeder zelfstandig luiers kan verschonen en de baby eten kan geven
  • de moeder alarmsignalen herkent (hoge temperatuur, luiheid, geen urine binnen 24 uur na de geboorte, geen stoelgang binnen 48 uur na de geboorte)
  • de moeder voldoende info over wiegendood heeft gekregen
  • de moeder voldoende info over anticonceptie heeft gekregen
  • de moeder een voorschrift voor postpartum kinesitherapie heeft gekregen

Ontslagcriteria voor de baby

Moeder en kind kunnen naar huis als:

  • de baby minstens in de 37ste week na de conceptie is
  • de baby minstens 2500 gram weegt
  • de baby minstens één keer goed heeft gegeten
  • de baby is goedgekeurd door de kinderarts
  • de baby zijn temperatuur zelfstandig kan behouden
  • de saturatiemeting goed is
  • de hielprik werd gegeven of gepland bij de thuisvroedvrouw
  • de baby een afspraak heeft gekregen voor een tweede onderzoek, of als dit al is gebeurd op de materniteit
  • de baby een vaccin heeft gekregen voor hepatitis B (als de mama positief was)
  • er een urinestaaltje van de baby werd genomen (als de mama CMV-positief was)
  • de baby geen tekenen van neonatale geelzucht vertoont

Als u naar huis gaat

De gynaecoloog beslist in samenspraak met de vroedvrouw over het tijdstip van vertrek. Als dit problemen met zich meebrengt, kan hiervoor in overleg met de arts een oplossing gezocht worden.

Op de dag van het ontslag (of op de dag ervoor) krijgt u informatie over een controleafspraak bij de gynaecoloog. De arts en de verantwoordelijke vroedvrouw geven u tijdig alle nodige informatie over uw vertrek.

De kinderarts onderzoekt uw kindje nog een keer voor uw vertrek en geeft u raad. U krijgt ook informatie en praktische tips over de voeding en verzorging van uw kindje. U kunt ook alle vragen rond de nabije toekomst stellen die bij u opkomen.