Assistentiehonden in het ziekenhuis

Om hygiënische en veiligheidsredenen hebben dieren geen toegang tot het ziekenhuis. Assistentiehonden vormen een uitzondering op deze regel. Ze vervullen een belangrijke functie op praktisch, sociaal en therapeutisch vlak en worden beschouwd als een noodzakelijke begeleider van de patiënt.

Raadpleging
Bij raadpleging of onderzoek mag de assistentiehond de patiënt begeleiden naar de afdeling of onderzoeksafdeling.

Bezoek
Assistentiehonden mogen opgenomen patiënten bezoeken. Als de patiënt in een tweepersoonskamer verblijft en de medepatiënt niet akkoord gaat met de aanwezigheid van de hond, kan het bezoek in een andere ruimte plaatsvinden.

Opname
Bij elke opname met een assistentiehond gelden de volgende regels:

  • De patiënt of zijn familie of omgeving nemen contact op met de behandelende arts of de hoofdverpleegkundige van zodra de afdeling en de opnamedatum bekend zijn. Zijn vraag wordt besproken met alle betrokken verantwoordelijken.
  • De assistentiehond mag niet vrij rondlopen op de afdeling. Hij blijft steeds op de kamer, behalve voor een wandeling onder begeleiding. De hond wordt niet toegelaten op de volgende diensten:

 

  • Intensieve zorgen
  • Operatiekwartier
  • Recovery
  • Verloskamer
  • Oncohematologie
  • Hemodialyse
  • Brandwondeneenheden
  • Een eenpersoonskamer in de nabijheid van een uitgang

 

  • De patiënt of zijn familie of omgeving zijn verantwoordelijk voor de hond, laten hem uit en zorgen voor zijn voeding. De zorg voor de hond behoort niet tot de taken van het verpleegkundig of paramedisch personeel van het ziekenhuis.
  • Als de hond tijdens het verblijf niet bij de patiënt kan blijven, bijvoorbeeld omdat de patiënt naar een afdeling moet waar assistentiehonden niet zijn toegelaten, moet de familie of omgeving van de patiënt de hond opvangen.
  • Personeel van het ziekenhuis vermijdt elk contact met de hond. Bij een accidenteel contact en bij het verlaten van de kamer worden de handen van het personeel steeds ontsmet met handalcohol.