Radiologisch onderzoek

Als je iets voelt in de borst, of als er tijdens een preventief onderzoek een borstletsel gevonden wordt, kan je bij de dienst Radiologie terecht voor verder onderzoek. Meestal gebeurt dat onderzoek via mammografie en echografie. De dienst Radiologie voert kwaliteitsvol onderzoek uit tegen de laagst mogelijke stralingsdosis.

Mammografie

Een mammografie is een röntgenonderzoek van de borsten, waarbij de verschillende structuren in de borst (klier- en vetweefsel) zichtbaar worden gemaakt. Tijdens het onderzoek wordt de borst zorgvuldig op de röntgendetector gelegd en samengedrukt tussen twee platen. Op die manier wordt de borst scherp en volledig in beeld gebracht.

Echografie

Echografie maakt gebruik van ultrasone geluidsgolven om de verschillende structuren in de borst in beeld te brengen. Een sonde stuurt geluidsgolven uit in het lichaam. Om de geluidsgolven beter te geleiden, wordt tijdens het onderzoek gel op de borst aangebracht. Omdat verschillende weefsels die geluidsgolven op hun eigen specifieke manier reflecteren, kan het echografie-toestel de bekomen informatie omzetten in een beeld.

Doorgaans wordt een echografie uitgevoerd als aanvulling op de mammografie. Echografieën zonder mammografie worden alleen uitgevoerd in enkele specifieke gevallen, zoals bij jonge patiënten of tijdens de zwangerschap.

MRI-onderzoek

Soms is een MRI-onderzoek van de borst aangewezen. Dit type onderzoek maakt gebruik van magneetvelden en korte radiogolven om doorsneden te maken van de borst. Een MRI-onderzoek van de borst vindt best plaats in de tweede week van de menstruele cyclus.

Biopsie

Om tot een definitieve diagnose te komen, is een aanvullende biopsie vaak noodzakelijk. Onder plaatselijke verdoving en echografische begeleiding worden met een speciale naald enkele stukjes borstweefsel verwijderd. Die stalen worden onderzocht door de dienst Anatomo-pathologie. Voor een biopsie zijn geen specifieke voorzorgsmaatregelen nodig.

Verder onderzoek

Als een borstletsel kwaadaardig blijkt te zijn, zijn bijkomende onderzoeken aangewezen. Daarmee wordt nagegaan of er uitzaaiingen in het lichaam zijn. Een echografie van de buik, een radiografie van de longen, een botscan en andere radiologische onderzoeken kunnen daarover uitsluitsel geven.